Lectionary Calendar
Saturday, May 25th, 2024
the Week of Proper 2 / Ordinary 7
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Deuteronomium 22

1 Ziet gij het rund of het schaap van uw broeder afgedwaald, zo zult gij er u niet aan onttrekken; gij moet het stellig aan uw broeder terugbrengen.2 Indien uw broeder niet in uw nabijheid woont of gij weet niet wie de eigenaar is, neem het dan op in uw huis en laat het bij u blijven, totdat uw broeder er naar vraagt; dan zult gij het hem teruggeven.3 Evenzo zult gij handelen met zijn ezel, met zijn kleed, met alwat uw broeder verliest en gij vindt; het staat u niet vrij u te onttrekken.4 Gij moogt, wanneer gij uws broeders ezel of rund op den weg ziet vallen, er u niet aan onttrekken, maar moet hem zeker helpen om het dier weder op te richten.

5 Een vrouw mag geen manskleeding aanhebben, noch een man een vrouwengewaad aantrekken; want de Heer, uw god, heeft een afschuw van alwie zulks doet.6 Wanneer door u een vogelnest wordt aangetroffen op den weg, in een of anderen boom of op het land, met jongen of eieren, terwijl de moeder op de jongen of de eieren zit, zo zult gij niet de moeder met de jongen nemen;7 de moeder moet gij stellig vrijlaten, maar de jongen moogt gij nemen; opdat het u welga en gij lang leven moogt.8 Wanneer gij een nieuw huis bouwt, maak dan een borstwering aan uw dak; opdat gij geen bloedschuld over uw huis brengt, ingeval er eens iemand afviel.9 Gij zult in uw wijngaard niet tweeerlei telen; anders vervalt het geheel aan den Heer, het zaad dat gij zaait en de opbrengst van den wijngaard.10 Gij zult niet ploegen met een rund en een ezel tegelijk.11 Gij zult geen kleed aantrekken van gemengde stof, wol en linnen dooreen.12 Maak u tressen aan de vier hoeken van de deken waarmede gij u dekt.

13 Wanneer iemand een vrouw huwt en, na tot haar gekomen te zijn, een afkeer van haar krijgt,14 haar dan in opspraak brengt en een slecht gerucht van haar doet uitgaan, door te zeggen: Deze vrouw heb ik gehuwd, maar toen ik tot haar naderde, heb ik den maagdom aan haar niet gevonden--15 zo zullen de vader en de moeder der jonge vrouw het bewijs harer maagdelijkheid nemen en uitbrengen tot de oudsten der stad in de poort,16 en de vader der jonge vrouw zal tot de oudsten zeggen: Ik heb mijn dochter aan dezen man tot vrouw gegeven, maar hij heeft een afkeer van haar gekregen,17 en zie, nu heeft hij haar in opspraak gebracht door te zeggen: Ik heb aan uw dochter den maagdom niet gevonden--maar hier is het bewijs van de maagdelijkheid mijner dochter! Dan zullen zij het laken voor de oudsten der stad uitbreiden.18 Daarop zullen de oudsten dier stad den man nemen en hem tuchtigen;19 ook zullen zij hem een boete van honderd sikkelen zilver opleggen en die aan den vader der jonge vrouw geven, omdat hij van een Israelietische maagd een kwaad gerucht heeft doen uitgaan; en zij zal zijn vrouw blijven: het staat hem niet vrij haar te verstoten, zolang hij leeft.20 Maar indien het waarheid is, indien de maagdom aan de jonge vrouw niet is gevonden,21 zo zal men haar naar den ingang van het huis haars vaders brengen, en de lieden harer stad zullen haar stenigen, dat zij sterft; want zij heeft een dwaasheid in Israel bedreven door in het huis haars vaders ontucht te plegen. Zo zult gij het kwaad uit uw midden uitroeien.22 Wanneer iemand betrapt wordt terwijl hij gemeenschap houdt met een getrouwde vrouw, zo zal de een zo goed als de ander sterven: de man die met de vrouw gemeenschap hield en de vrouw. Zo zult gij het kwaad uit Israel uitroeien.23 Wanneer een maagd verloofd is, en iemand treft haar aan in de stad en houdt gemeenschap met haar,24 zo zult gij hen beiden naar de poort dier stad brengen en hen stenigen, dat zij sterven: het meisje, omdat zij in de stad niet geschreeuwd, en den man, omdat hij de vrouw zijns naasten verkracht heeft. Zo zult gij het kwaad uit uw midden uitroeien.25 Maar indien de man het verloofde meisje op het veld aantreft en haar geweld aandoet en gemeenschap met haar houdt, zo zal alleen de man die met haar gemeenschap hield sterven;26 maar het meisje zult gij niets doen: zij is geenszins des doods schuldig; want evenals wanneer iemand tegen zijn naaste opstaat en hem van het leven berooft, zo heeft deze zaak zich toegedragen:27 hij heeft haar op het veld aangetroffen; het verloofde meisje heeft geschreeuwd; maar er was niemand om haar te helpen.28 Wanneer iemand een maagd die niet verloofd is aantreft, haar aangrijpt en met haar gemeenschap houdt, dan zal, als zij betrapt worden,29 de man die met het meisje gemeenschap hield aan haar vader vijftig sikkelen zilver betalen, en zij zal zijn vrouw worden, omdat hij haar verkracht heeft: hij mag haar niet verstoten, zolang hij leeft.30 Niemand zal de vrouw zijns vaders huwen noch het dek zijn vaders opslaan.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile