Lectionary Calendar
Saturday, May 25th, 2024
the Week of Proper 2 / Ordinary 7
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Hebreeën 8

1 De hoofdzaak van het gezegde is: Een zo groten hogepriester hebben wij, een die zich gezet heeft aan de rechterhand van den troon der Majesteit in de hemelen,2 als bedienaar van den eredienst en van den waren tabernakel, welken niet een mens, maar de Heer heeft opgeslagen.3 Want elke hogepriester is aangesteld om gaven en offers te brengen; daarom moest ook hij iets hebben dat hij kon offeren.4 Was hij op aarde, dan zou hij zelfs geen priester wezen; omdat daar mensen zijn die volgens de wet de gaven brengen.5 Doch dezen doen dienst bij het afbeeldsel en de afschaduwing van de hemelse dingen, zoals Mozes de goddelijke opdracht kreeg toen hij den tabernakel zou maken. Zie toe--zoo sprak God--dat gij alles maakt volgens het model dat u op den berg getoond is.

6 Maar nu heeft de Christus een voortreffelijker dienst gekregen, daar hij ook middelaar is van een beter verbond, dat wettelijk geregeld is door beter beloften.7 Want was het eerste verbond onberispelijk geweest, er zou naar geen tweede gezocht zijn.8 Voor genen toch is het een berisping wanneer Hij zegt: Zie, de dagen komen, spreekt de Heer, dat Ik met het huis Israel en het huis Juda een nieuw verbond sluit,9 niet gelijk het verbond dat Ik met hun vaderen heb gesloten, ten dage dat Ik hen bij de hand vatte om hen uit Egypteland te leiden; want zij zijn aan mijn verbond niet getrouw gebleven, en Ik heb hen aan hun lot overgelaten, spreekt de Heer.10 Want dit is het verbond dat Ik nadezen met het huis Israel zal maken, spreekt de Heer: Mijn wetten zal Ik hun inprenten, en in hun hart zal Ik ze schrijven, en Ik zal hun tot God zijn, en zij zullen Mij ten volk wezen.11 En zij zullen niet meer ieder zijn medeburger en ieder zijn broeder onderrichten: Leer den Heer kennen; want allen zullen zij Mij kennen, van den kleine onder hen tot den grote;12 Ik toch zal barmhartig zijn voor hun ongerechtigheid, en niet meer denken aan hun zonden. --13 Wanneer Hij zo van een nieuw verbond spreekt, heeft Hij het eerste voor verouderd verklaard, en iets dat verouderd en afgeleefd is staat op het punt te verdwijnen.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile