Lectionary Calendar
Saturday, May 18th, 2024
Eve of Pentacost
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Psalmen 89

1 Een kunstig lied van Ethan, den Ezrahiet. (89-2) 's Heeren gunstbewijzen wil ik eeuwig bezingen, aan geslacht na geslacht uw trouw verkondigen met mijn mond.2 (89-3) Want gij spraakt: Voor eeuwig staat het gebouw mijner gunst, zolang de hemel duurt zal mijn trouw stevig zijn.3 (89-4) Ik heb een verbond met mijn uitverkorene gesloten, een eed gedaan aan David, mijn dienaar:4 (89-5) Tot in eeuwigheid zal ik uw nakroost stevigen, ik zal uw troon opbouwen van geslacht tot geslacht.

5 (89-6) De hemelen loven uw wondermacht, Heer, ook uw trouw, in de vergadering der heiligen.6 (89-7) Wie toch in het zwerk evenaart den Heer, is onder de godenzonen aan den Heer gelijk?7 (89-8) God, zeer geweldig in den raad der heiligen, groot en geducht boven allen die hem omringen,8 (89-9) Heer, God der heirscharen, wie is u gelijk? Sterk zijt gij, Heer, en uw trouw omringt u.9 (89-10) Gij beheerst den overmoed der zee, wanneer haar golven zich verheffen, stilt gij ze.10 (89-11) Gij hebt het Monster als een verslagene verbrijzeld, door uw sterken arm uw vijanden verstrooid.11 (89-12) U behoort de hemel, u ook de aarde, de wereld en al haar volheid hebt gij gegrondvest.12 (89-13) Noord en Zuid, gij hebt ze geschapen; Tabor en Hermon jubelen in uw naam.13 (89-14) U is de arm met de kracht, sterk is uw hand, hoog uw rechter.14 (89-15) Recht en gerechtigheid is de grondslag van uw troon, goedertierenheid en trouw treden voor uw aangezicht.

15 (89-16) Gelukkig het volk dat den jubelkreet kent en in het licht van uw aangezicht, Heer, wandelt,16 (89-17) dat in uw naam den gansen dag juicht en verhoogd wordt door uw gerechtigheid.17 (89-18) Want gij zijt hun machtig sieraad, en door uw welbehagen wordt onze hoorn verhoogd;18 (89-19) immers, bij den Heer is ons schild, onze koning bij Israels Heilige.

19 (89-20) Eens spraakt gij tot uw vromen in een gezicht, en zeidet: Ik heb een kroon aan een held toebedeeld, een jongeling uit het volk;20 (89-21) ik heb David, mijn dienaar, gevonden, hem gezalfd met mijn heilige olie;21 (89-22) hem dien mijn hand stevig zal vasthouden, dien mijn arm zal sterk maken.22 (89-23) Geen vijand zal hem bedriegen, geen booswicht verdrukken;23 (89-24) neen, ik zal zijn tegenstanders voor hem verpletteren, zijn haters zal ik verslaan.24 (89-25) Mijn trouw en goedertierenheid zullen met hem zijn, door mijn naam zal zijn hoorn verhoogd worden.25 (89-26) Ik zal zijn hand op de zee leggen, zijn rechter op de rivieren.26 (89-27) Hij zal tot mij zeggen: Mijn vader zijt gij, mijn God en de rotssteen van mijn heil--27 (89-28) en ik zal hem stellen tot eerstgeborene, hoog boven de koningen der aarde.28 (89-29) Voor eeuwig zal ik hem mijn gunst bewaren, en duurzaam is mijn verbond met hem;29 (89-30) ik doe zijn nakroost bestaan voor altijd, zijn troon zolang de hemel er is.30 (89-31) Indien zijn zonen mijn wet verzaken en niet wandelen in mijn verordeningen,31 (89-32) indien zij mijn inzettingen ontwijden en mijn geboden niet onderhouden,32 (89-33) dan zal ik hun overtredingen met de roede bestraffen, en hun schuld met slagen;33 (89-34) maar mijn gunst zal ik hun niet onttrekken, mijn trouw niet verloochenen;34 (89-35) ik zal mijn verbond niet ontwijden, noch veranderen wat over mijn lippen gekomen is.35 (89-36) Eens heb ik gezworen bij mijn heiligheid: Nooit zal ik aan David mijn woord breken;36 (89-37) zijn kroost zal voor eeuwig bestaan; zijn troon zal bestendig als de zon voor mij zijn,37 (89-38) eeuwig zal hij vaststaan als de maan een duurzame getuige in het zwerk.

38 (89-39) En zelf hebt gij nu verstoten en versmaad, in toorn gehandeld met uw gezalfde,39 (89-40) verworpen het verbond met uw dienaar, zijn kroon ontwijd ter aarde geworpen.40 (89-41) Gij hebt in al zijn muren gaten gebroken, zijn vestingen tot een puinhoop gemaakt;41 (89-42) alwie er langs kwam heeft hem uitgeplunderd, hij is tot een schimp voor zijn naburen geworden.42 (89-43) Hoog opgeheven hebt gij de rechterhand zijner tegenstanders, gij hebt al zijn vijanden blijde gemaakt.43 (89-44) Daarbij hebt gij zijn zwaard achterwaarts doen keren, hem niet laten standhouden in den strijd.44 (89-45) Den staf, dien hij in de hand droeg hebt gij weggenomen, en zijn troon ter aarde geworpen.45 (89-46) Verkort hebt gij de dagen zijner jonkheid, en hem met schande overdekt.46 (89-47) Hoelang, Heer, zult gij u voorgoed verbergen? zal uw gramschap branden als een vuur?47 (89-48) Gedenk, Heer, wat het leven is, tot welk een ijdel bestaan gij alle mensenkinderen geschapen hebt.48 (89-49) Wie is er die blijft leven en den dood niet ziet, die zijn leven redt uit de macht van het schimmenrijk?49 (89-50) Waar zijn uw vorige gunstbewijzen, Heer, die gij in uw trouw bij eede aan David toegezegd hebt?50 (89-51) Gedenk, Heer, den hoon uw dienaren aangedaan, dat ik in mijn boezem den smaad der volken draag, waarmee uw vijanden hoonen, Heer,51 (89-52) waarmee zij hoonen de voetstappen van uw gezalfde.52 (89-53) Geloofd zij de Heer tot in eeuwigheid! Amen, Amen.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile