Lectionary Calendar
Saturday, May 18th, 2024
Eve of Pentacost
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

1 Kronieken 16

1 Toen zij nu de ark Gods hadden ingebracht, stelden zij haar in de tent, die David voor haar had opgeslagen; en zij offerden brandoffers en dankoffers voor God.2 En toen David de brandoffers en dankoffers volbracht had, zegende hij het volk in den naam des Heren.3 En hij deelde uit aan een ieder in Isral, zo mannen als vrouwen, een broodkoek, een stuk vlees en een halve maat wijn.4 En hij stelde sommige Levieten tot dienaars voor de ark des Heren, om den Heer, den God van Isral, te prijzen, te danken en te loven; namelijk:5 Asaf den eerste, Zecharja den tweede; voorts Jel, Semiramoth, Jehil, Mattithja, Eliab, Benaja en Obed-Edom, Jel met fluiten en harpen, en Asaf met heldere cymbalen;6 en Benaja en Jahazil, de priesters, met trompetten, altijd voor de ark des verbonds Gods.

7 Te dier tijd liet David het eerst met dit lied den Heer danken door Asaf en zijne broeders:8 Dankt den Heer, predikt zijnen naam, maakt zijn doen bekend onder de volken.9 Zingt, speelt en dicht voor Hem van al zijne wonderen.10 Roemt zijnen heiligen naam: het hart dergenen, die den Heer zoeken, verblijde zich.11 Vraagt naar den Heer en naar zijne macht; zoekt zijn aangezicht altijd.12 Gedenkt aan zijne wonderen, die Hij gedaan heeft, aan zijne wonderen en aan de gerichten zijns monds,13 gij zaad van Isral, zijnen knecht, gij kinderen van Jakob, zijnen uitverkorene.14 Hij is de Heer, onze God; Hij oordeelt over de gehele wereld.15 Gedenkt eeuwiglijk aan zijn verbond, aan het woord, dat Hij beloofd heeft tot in duizend geslachten,16 hetwelk Hij gemaakt heeft met Abraham, en aan zijnen eed met Isak;17 En Hij stelde het Jakob tot een recht, en Isral tot een eeuwig verbond,18 zeggende: Ik zal u het land Kanan geven tot het lot uws erfdeels:19 toen zij weinig en gering waren, en vreemdelingen daarin.20 En zij trokken van het ene volk tot het andere, en uit het ene koninkrijk tot de andere natie:21 Hij liet niemand toe hen te verdrukken, en bestrafte koningen om hunnentwil:22 Tast mijne gezalfden niet aan, en doet mijn profeten geen leed.23 Zingt den Heer, alle landen, verkondigt dagelijks zijn heil.24 Vermeldt onder de volken zijne heerlijkheid, onder alle natin zijne wonderen.25 Want de Heer is groot en zeer lofwaardig en heerlijk boven alle andere goden.26 Want de goden aller volken zijn afgoden, maar de Heer heeft den hemel gemaakt.27 Heerlijkheid en luister is Vr Hem, kracht en vrolijkheid in zijne woonplaats.28 Brengt herwaarts voor den Heer, gij volken, brengt herwaarts voor den Heer eer en macht.29 Brengt herwaarts eer voor den naam des Heren; brengt geschenken en komt Vr Hem; aanbidt den Heer in heilig sieraad.30 De gehele wereld vreze Hem: Hij heeft den aardbodem bereid, dat die niet bewogen wordt.31 De hemel verblijde zich en de aarde zij vrolijk; en men zegge onder de volken: De Heer regeert.32 De zee bruise en wat er in is, en het veld zij vrolijk en al wat er op is.33 En laat juichen alle bomen in het woud voor den Heer; want Hij komt om de aarde te richten.34 Dankt den Heer, want Hij is goed, en zijne gunst duurt eeuwiglijk;35 en zegt: Help ons, God onze Heiland, en verzamel ons, en red ons van de volken; opdat wij uwen heiligen naam danken en U lofzingen.36 Geloofd zij de Heer, Israls God, van eeuwigheid tot eeuwigheid, en al het volk zegge: Amen! --en love den Heer. --

37 Alzo liet hij aldaar Vr de ark des verbonds des Heren Asaf en zijne broeders, om te dienen voor de ark altijd, op elken dag ieders dagwerk;38 ook Obed-Edom en hunne broeders, acht en zestig, en Obed-Edom, den zoon van Jeduthun, en Hosa als deurwachters.39 Doch den priesters Zadok en zijne broeders, de priesters, liet hij Vr de woning des Heren op de hoogte te Gibeon,40 om aan den Heer dagelijks brandoffers te offeren op het brandofferaltaar, des morgens en des avonds; gelijk geschreven staat in de wet des Heren, die Hij aan Isral geboden heeft;41 en met hen Heman en Jeduthun, en de overige uitgelezenen die met name genoemd waren, om den Heer te danken dat zijne goedheid eeuwiglijk duurt.42 En bij hen, Heman en Jeduthun, waren trompetten en cymbalen om te doen weerklinken, en speeltuigen Gods; maar de zonen van Jeduthun maakte hij tot deurwachters.43 Daarna trok al het volk heen, ieder naar zijn huis; en David keerde ook terug om zijn huis te zegenen.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile