Lectionary Calendar
Saturday, May 18th, 2024
Eve of Pentacost
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

2 Kronieken 23

1 In het zevende jaar nu greep Jojada moed, en nam de oversten over honderd, namelijk Azarja, den zoon van Jeroham, Ismal, den zoon van Johanan, Azarja, den zoon van Obed, Maseja, den zoon van Adaja, en Elisafat, den zoon van Zichri, met zich in een verbond.2 Die trokken rond in Juda, en brachten de Levieten bijeen uit al de steden van Juda, en de familiehoofden in Isral; en zij kwamen naar Jeruzalem.3 En de gehele gemeente maakte een verbond in het huis Gods met den koning. En hij sprak tot hen: Zie, des konings zoon zal koning zijn, zoals de Heer gesproken heeft aangaande de zonen van David.4 Zo zult gij nu aldus doen: het derde gedeelte van u, die op den sabbat den dienst hebben uit de priesters en Levieten, zullen deurwachters zijn aan den drempel,5 en het derde gedeelte in het huis des konings, en het derde gedeelte aan de poort Jesod; maar al het volk moet in het voorhof van het huis des Heren zijn.6 En dat niemand in het huis des Heren ga, dan de priesters en Levieten, welke dienen: die zullen ingaan, want zij zijn heilig; en al het volk neme de wacht des Heren waar.7 En de Levieten zullen zich scharen rondom den koning, elk met zijne wapenen in de hand; en wie in het huis gaat, die zij een man des doods; en zij zullen bij den koning zijn, als hij uit gaat en ingaat.8 En de Levieten en geheel Juda deden, zoals de priester Jojada geboden had, en elk nam zijne lieden, die op den sabbat optrokken, met degenen die op den sabbat aftrokken; want de priester Jojada liet die twee hopen niet van elkander komen.9 En de priester Jojada gaf den oversten over honderd spiesen en schilden en wapenen van koning David, die in het huis Gods waren;10 en hij stelde al het volk, elk met zijne wapenen in de hand, van den rechterhoek van het huis af tot den linkerhoek toe, naar het altaar en naar het huis rondom den koning.11 En zij brachten den zoon des konings uit, en zetten hem de kroon op, en gaven hem de getuigenis, en maakten hem koning; en Jojada benevens zijne zonen zalfden hem en spraken: Heil den koning!

12 Toen nu Athalia hoorde het geroep des volks, dat toeliep en den koning toejuichte, ging zij tot het volk in het huis des Heren;13 en zij zag, en zie de koning stond op zijne plaats aan den ingang, en de oversten en de trompetters rondom den koning, en al het landvolk was vrolijk en blies de trompetten, en de zangers met allerlei speeltuig, geschikt tot lofgezang; toen scheurde zij hare klederen en riep: Verraad, verraad!14 Maar de priester Jojada kwam uit met de oversten over honderd, die over het heir waren, en sprak tot hen: Leidt haar het huis uit tussen de gelederen; en wie haar volgt, dien zal men met het zwaard doden. Want de priester had bevolen, dat men haar in het huis des Heren niet zou doden.15 En men maakte plaats voor haar aan beide zijden; en toen zij kwam aan den ingang van de poort der paarden aan het huis des konings, werd zij aldaar gedood.16 En Jojada maakte een verbond tussen zich en al het volk en den koning, dat zij het volk des Heren zouden zijn.17 Toen ging al het volk in het huis van Bal, en zij braken het af, en zijne altaren en beelden verbrijzelden zij, en doodden Mattan, Bals priester, voor de altaren.18 En Jojada bestelde de ambten in het huis des Heren onder de priesters en Levieten, die David aangesteld had in het huis des Heren, om den Heer brandoffers te offeren, zoals geschreven staat in de wet van Mozes, met vreugde en met liederen, naar de instelling van David.19 En hij stelde de deurwachters in de poort van het huis des Heren, opdat er niets, hetwelk op enigerlei wijze onrein was, zou inkomen.20 En hij nam de oversten over honderd en de machtigen en heren over het volk, en al het volk des lands, en voerde den koning af van het huis des Heren, en zij brachten hem door de hoge poort naar het huis des konings, en zij deden den koning op den koninklijken troon zitten.21 En al het volk des lands was vrolijk en de stad was in rust, nadat Athalia met het zwaard gedood was.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile