Lectionary Calendar
Saturday, May 18th, 2024
Eve of Pentacost
Attention!
For 10¢ a day you can enjoy StudyLight.org ads
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Ezechiël 28

1 En het woord des Heren geschiedde tot mij, zeggende:2 Gij mensenkind, zeg tot den vorst van Tyrus: Dus spreekt de Heere Heere: Omdat uw hart zich verheft en gij zegt: ik ben God, ik zit op den troon Gods midden in de zee: daar gij toch een mens en geen god zijt en echter uw hart zich verheft als het hart van een god;3 zie, gij acht u verstandiger dan Danil, dat u niets verborgen zou zijn,4 en dat gij door uwe wijsheid en uw verstand die macht teweeggebracht en schatten van goud en zilver vergaderd hebt,5 en door uwe grote wijsheid en handel zo grote macht verkregen hebt: daardoor zijt gij zo trots geworden, omdat gij zo machtig zijt;6 daarom spreekt de Heere Heere aldus: Dewijl dan uw hart zich verheft als het hart eens gods,7 daarom zie, Ik zal vreemden tegen u zenden, de geweldenaars der volken; die zullen hunne zwaarden uittrekken tegen uwe schone wijsheid en uwe grote eer te schande maken;8 zij zullen u nederwaarts in den kuil stoten, dat gij in het midden der zee zult sterven als de verslagenen.9 Zie toe, of gij dan ook voor het aangezicht van uwen doodslager zult zeggen: Ik ben een god, daar gij immers geen god, maar een mens en in de hand uws doodslagers zijt.10 Gij zult sterven als de onbesnedenen, door de hand van vreemden; want Ik heb het gesproken, spreekt de Heere Heere.

11 En het woord des Heren geschiedde tot mij, zeggende:12 Gij mensenkind, hef ene rouwklacht aan over den koning van Tyrus en zeg tot hem: Dus spreekt de Heere Heere: Gij zijt een zuivere zegelring vol van wijsheid en zeer schoon;13 gij zijt in den lusthof Gods en met allerlei edelgesteenten versierd, met sardis, topaas, diamant, turkoois, onyx, jaspis, saffier, amethist, smaragd en goud; ten dage toen gij geschapen werdt, was bij u muziek van trommels en fluiten; dit alles werd u toegeschikt.14 Gij zijt als een cherub, die zich wijd uitbreidt en bescherming geeft en Ik heb u op den heiligen berg Gods gesteld, dat gij onder vurige stenen wandeldet;15 en gij waart zonder gebrek in uw doen van den dag toen gij geschapen werdt, --zolang totdat er misdaad in u gevonden werd.16 Want gij zijt van binnen vol geweldenarij geworden vanwege uwen uitgebreiden handel en hebt gezondigd; daarom zal Ik u nederstorten van den berg Gods, en zal u, den overschaduwenden cherub, uit de vurige stenen wegdoen.17 En dewijl uw hart zich verheft, omdat gij zo schoon zijt, en gij u door uwe wijsheid hebt laten bedriegen in uwe pracht, daarom wil Ik u ter aarde storten en een schouwspel van u maken voor de koningen.18 Want gij hebt uw heiligdom verdorven met uwe grote misdaden en uwen verkeerden handel; daarom zal Ik een vuur uit u laten opgaan, dat u zal verteren, en Ik zal u tot as maken op de aarde, voor het oog der gehele wereld.19 Allen, die u kennen onder de volken, zullen zich over u ontzetten, dat gij zo schielijk zijt tegrondegegaan en nooit weder kunt opkomen.

20 En het woord des Heren geschiedde tot mij, zeggende:21 Gij mensenkind, stel uw aangezicht tegen Sidon en profeteer tegen haar,22 en zeg: Dus spreekt de Heere Heere: Zie, Ik wil aan u, Sidon, en zal eer aan u behalen, opdat men gewaarworde, dat Ik de Heer ben, als Ik het recht over haar doe gaan en aan haar betoon, dat Ik heilig ben.23 En Ik zal pest en bloedstorting in haar zenden op hare straten en er zullen dodelijk gewonden in haar vallen door het zwaard, dat overal tegen haar zal gaan; en zij zullen gewaarworden, dat Ik de Heer ben.24 En voortaan zullen voor het huis Israls geen stekende doornen noch kwetsende distels meer blijven onder allen rondom, die hen teisterden, opdat zij gewaarworden, dat Ik de Heere Heere ben.25 Dus spreekt de Heere Heere: Als Ik het huis Israls weder vergaderen zal uit de volken, waarheen zij verstrooid zijn, dan zal Ik voor de ogen der volken aan hen betonen, dat Ik heilig ben, en zij zullen in hun land wonen, hetwelk Ik mijnen knecht Jakob gegeven heb;26 en zij zullen daarin veilig wonen en huizen bouwen en wijngaarden planten, ja veilig zullen zij wonen, als Ik het recht zal doen gaan over al hunne vijanden rondom; en zij zullen gewaarworden, dat Ik, de Heer, hun God ben.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile