Lectionary Calendar
Saturday, May 18th, 2024
Eve of Pentacost
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Hebreeën 10

1 Want de Wet, die slechts ene schaduw der toekomende goederen heeft, niet het wezen der zaken zelve, kan met dezelfde offers, die men jaar op jaar brengt, nimmer volkomen maken degenen, die daar toetreden;2 anders had het offeren opgehouden, indien degenen, die den dienst verrichten, geen zonden meer op hun geweten hadden, als zij nmaal gereinigd zijn.3 Maar daardoor geschiedt alle jaren ene gedachtenis der zonden.4 Want het is onmogelijk door het bloed der stieren en der bokken de zonde weg te nemen.5 Daarom, als hij in de wereld komt, zegt hij: "Offers en gaven hebt Gij niet gewild, maar het lichaam hebt Gij mij toebereid;6 brandoffers en zondoffers behagen U niet.

7 Toen sprak ik: Zie, ik kom--in de boekrol staat van mij geschreven--om uwen wil, o God! te doen".8 Nadat hij eerst gezegd had: "Offers en gave, brandoffers en zondoffers hebt Gij niet gewild, zij behagen U ook niet" --die toch naar de wet geofferd worden--,9 sprak hij daarna: "Zie, ik kom om uwen wil, o God! te doen". Hij neemt het eerste weg, opdat hij het andere zou instellen.10 En in dien wil zijn wij geheiligd door het offer des lichaams van Jezus Christus, nmaal gebracht.11 En elke priester staat wel dagelijks om dienst te doen, en dikwijls dezelfde offers te offeren, die de zonden nimmermeer kunnen wegnemen;12 maar deze, nademaal hij n offer voor de zonden geofferd heeft, zit eeuwig ter rechterhand Gods,13 en wacht voortaan, totdat zijne vijanden tot ene voetbank zijner voeten gelegd worden.14 Want met n offer heeft hij in eeuwigheid voleindigd degenen, die geheiligd worden.15 En ook de Heilige Geest betuigt het ons,16 want, nadat hij gezegd had: "Dit is het verbond, hetwelk Ik met hen maken zal na deze dagen", spreekt de Heer: "lk zal mijne wet in hunne harten geven, en in hunnen geest zal Ik haar schrijven;17 en hunne zonden en hunne ongerechtigheden zal Ik niet meer gedenken".18 Waar nu vergeving van deze is, daar is geen offer meer voor de zonde.

19 Dewijl wij dan nu, broeders, door het bloed van Jezus vrijmoedigheid hebben tot den ingang in het heiligdom,20 welken hij ons bereid heeft tot een nieuwen en levenden weg, door het voorhangsel, dat is: door zijn vlees,21 en wij een groten priester hebben over het huis Gods,22 zo laat ons toetreden met een oprecht hart, in volle verzekering des geloofs, de harten gereinigd van een kwaad geweten, en het lichaam gewassen met rein water;23 en laat ons vasthouden aan de belijdenis der hoop, en niet wankelen, want hij is getrouw, die het beloofd heeft;24 en laat ons op elkander acht geven, tot opwekking der liefde en goede werken,25 en niet nalaten onze onderlinge bijeenkomsten, gelijk sommigen plegen, maar elkander vermanen, en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert.26 Want zo wij moedwillig zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, hebben wij voortaan geen offer meer voor de zonden;27 maar ene verschrikkelijke verwachting van het oordeel en den vuurgloed, die de vijanden verteren zal.28 Als iemand de Wet van Mozes breekt, dan moet hij sterven zonder barmhartigheid, op grond van twee of drie getuigen:29 hoeveel erger straf, meent gij, zal hij verdienen, die den Zoon Gods met voeten treedt, en het bloed des verbonds onrein acht, door hetwelk hij geheiligd is, en den Geest der genade smaadt?30 Want wij kennen dengene, die zegt: "Mij is de wraak, Ik zal het vergelden"; en wederom: "De Heer zal zijn volk oordelen".31 Verschrikkelijk is het te vallen in de handen des levenden Gods.32 Maar denkt aan de vorige dagen, in welke gij, verlicht zijnde, een groten strijd des lijdens hebt verdragen,33 ten dele zelve door versmaadheid en verdrukking een schouwspel geworden zijnde, ten dele gemeenschap gehad hebbende met degenen, die alzo behandeld werden.34 Want gij hebt met de gevangenen medelijden gehad, en den roof uwer goederen met blijdschap verdragen, wetende, dat gij voor uzelven een beter en blijvend goed in den hemel hebt.35 Werpt derhalve uw vertrouwen niet weg, hetwelk ene grote beloning heeft.36 Maar lijdzaamheid is u nodig, opdat gij, den wil Gods doende, de belofte verkrijgen moogt.37 Want "over een zeer kleine wijle zal komen die komen zou, en niet vertoeven.38 Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven; en wie wijken zal, aan dien zal mijne ziel geen behagen hebben".39 Doch wij zijn niet van degenen, die wijken en verdoemd worden, maar van degenen, die geloven en de ziel redden.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile