Lectionary Calendar
Saturday, May 18th, 2024
Eve of Pentacost
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Johannes 12

1 Zes dagen Vr Pasen kwam Jezus te Bethani, waar Lazarus was, de gestorvene, dien hij had opgewekt uit de doden.2 Aldaar bereidden zij hem een maaltijd, en Martha diende; en Lazarus was een van degenen, die met hem aan tafel zaten.3 Toen nam Maria een pond zalfolie van onvervalschten kostelijken nardus, en zalfde de voeten van Jezus, en droogde met hare haren zijne voeten af; en het huis werd vervuld van den geur der zalfolie.4 Toen zeide een van zijne jongeren, Judas, Simons zoon, Iskariot, die hem daarna verried:5 Waarom is deze zalfolie niet verkocht voor driehonderd penningen, en het geld den armen gegeven?6 Doch dit zeide hij niet omdat hij voor de armen bezorgd was, maar omdat hij een dief was, en de beurs had, en droeg wat er gegeven werd.7 Toen zeide Jezus: Laat haar met vrede; dit heeft zij bewaard tegen den dag mijner begrafenis.8 Want armen hebt gij altijd bij u, maar mij hebt gij niet altijd.9 Toen vernam een grote menigte der Joden, dat hij aldaar was; en zij kwamen niet alleen om Jezus' wil, maar opdat zij ook Lazarus zouden zien, dien hij van de doden opgewekt had.10 De Hogepriesters nu beraamden, dat zij ook Lazarus zouden doden;11 want om zijnentwil gingen vele Joden heen en geloofden in Jezus.

12 Des anderen daags, toen veel volk, dat op het feest gekomen was, hoorde, dat Jezus naar Jeruzalem kwam,13 namen zij palmtakken, en gingen uit hem te gemoet, en riepen: Hosanna, geloofd zij die komt in den naam des Heren, de koning van Isral!14 En Jezus vond een jongen ezel, en reed daarop, gelijk geschreven staat:15 "Vrees niet, gij dochter Sions. Zie, uw koning komt, rijdende op het veulen ener ezelin".16 Doch dit begrepen zijne jongeren in het eerst niet; maar toen Jezus verheerlijkt was, gedachten zij er aan, dat dit van hem geschreven was, en dat zij hem dit gedaan hadden.17 En het volk, dat bij hem was, toen hij Lazarus uit het graf riep en uit de doden opwekte, gaf hem getuigenis.18 Daarom ging ook het volk hem te gemoet, toen zij hoorden, dat hij dat teken gedaan had.19 De Farizen nu zeiden onder elkander: Gij ziet, dat gij niet vordert; zie, de gehele wereld loopt hem na.

20 En er waren sommige Grieken onder degenen, die opgekomen waren, opdat zij op het feest zouden aanbidden.21 Dezen traden tot Filippus, die van Bethsada uit Galila was, en vroegen hem, en zeiden: Heer, wij wilden Jezus gaarne zien.22 Filippus kwam en zeide het aan Andras, en Filippus en Andras zeiden het verder aan Jezus.23 Maar Jezus antwoordde hun, zeggende: De tijd is gekomen, dat des Mensen Zoon zal verheerlijkt worden.24 Voorwaar, voorwaar ik zeg u: Indien de tarwekorrel niet in de aarde valt en sterft, zo blijft zij alleen; maar indien zij sterft, brengt zij vele vruchten voort.25 Wie zijn leven liefheeft, zal het verliezen; en wie zijn leven in deze wereld haat, zal het behouden ten eeuwigen leven.26 Wie mij dienen wil, die volge mij; en waar ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn. En wie mij dienen wil, dien zal mijn Vader eren.

27 Nu is mijne ziel bedroefd, en wat zal ik zeggen? Vader, help mij uit deze ure! Doch hierom ben ik in deze ure gekomen.28 Vader, verheerlijk uwen naam! --Toen kwam er ene stem van den hemel: Ik heb hem verheerlijkt en zal hem wederom verheerlijken.29 Toen zeide het volk, dat daarbij stond en toehoorde: Het dondert. Anderen zeiden: Een engel sprak met hem.30 Jezus antwoordde en zeide: Deze stem is niet om mijnentwil geschied, maar om uwentwil.31 Nu gaat het oordeel over de wereld; nu zal de vorst dezer wereld uitgestoten worden:32 en ik, wanneer ik verhoogd zal zijn van de aarde, zal allen tot mij trekken.33 En dit zeide hij, om te beduiden welken dood hij sterven zou.34 Toen antwoordde het volk hem: Wij hebben gehoord uit de wet, dat de Christus eeuwiglijk blijft; en hoe zegt gij dan: Des Mensen Zoon moet verhoogd worden? Wie is deze Zoon des Mensen?35 Toen zeide Jezus tot hen: Het licht is nog een kleinen tijd bij u: wandelt, terwijl gij het licht hebt, opdat de duisternis u niet overvalle; wie in de duisternis wandelt, weet niet waar hij heengaat.36 Gelooft in het licht, terwijl gij het hebt, opdat gij kinderen des lichts zijt. --Dit zeide Jezus, en ging weg en verborg zich voor hen.

37 En hoewel hij zulke tekenen voor hen deed, geloofden zij toch niet in hem,38 opdat vervuld werd het woord van den profeet Jesaja, dat hij gesproken heeft: "Heer, wie gelooft onze prediking, en wien is de arm des Heren geopenbaard?"39 Daarom konden zij niet geloven; want Jesaja zegt weder om:40 "Hij heeft hunne ogen verblind en hun hart verstokt, opdat zij met de ogen niet zien, noch met het hart verstaan en zich bekeren, en Ik hen geneze".41 Dit zeide Jesaja, toen hij zijne heerlijkheid zag en van hem sprak.

42 Echter geloofden ook velen van de oversten in hem; maar om der Farizen wil beleden zij het niet, opdat zij niet in den ban gedaan werden;43 want zij hadden de eer bij de mensen liever dan de eer bij God.

44 Jezus nu riep en zeide: Wie in mij gelooft, die gelooft niet in mij, maar in dengene die mij gezonden heeft; en wie mij ziet,45 die ziet dengene die mij gezonden heeft.46 Ik ben in de wereld gekomen als een licht, opdat wie in mij gelooft niet in de duisternis blijve.47 En wie mijne woorden hoort en niet gelooft, dien zal ik niet oordelen; want ik ben niet gekomen, opdat ik de wereld oordele, maar opdat ik de wereld zalig make.48 Wie mij veracht en mijne woorden niet aanneemt, die heeft alreeds wie hem oordeelt: het woord, dat ik gesproken heb, dat zal hem oordelen ten jongsten dage.49 Want ik heb uit mijzelven niet gesproken, maar de Vader, die mij gezonden heeft, die heeft mij een gebod gegeven, wat ik zeggen en wat ik spreken zal.50 En ik weet, dat zijn gebod het eeuwige leven is. Daarom, wat ik spreek, dat spreek ik Z, gelijk de Vader mij gezegd heeft.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile