Lectionary Calendar
Saturday, May 18th, 2024
Eve of Pentacost
Attention!
Partner with StudyLight.org as God uses us to make a difference for those displaced by Russia's war on Ukraine.
Click to donate today!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Amos 9

1 Eens zag ik den Heer staan bij het altaar, en hij zeide: Sla het bovenstuk, zodat de grondvesten trillen! Zo wil ik hun aller hoofd splijten, en hun nakroost door het zwaard doden; niemand van hen zal ontvlieden, geen hunner het ontkomen.2 Al braken zij in in de onderwereld, mijn hand zou hen er uit halen; al klommen zij op ten hemel, ik zou hen van daar naar beneden trekken.3 Al verborgen zij zich op den top van den Karmel, ik zou hen opzoeken en van daar weghalen; ja, al verstaken zij zich voor mij op den bodem der zee, daar zou ik de Slang gelasten hen te bijten.4 Al gingen zij voor hun vijanden uit in ballingschap, ook daar zou ik het zwaard bevelen hen te doden, en mijn oog op hen laten rusten ten kwade, niet ten goede.5 En de Heere God der heirscharen is het die de aarde aanraakt, zodat zij siddert en al haar bewoners treuren--zij rijst gans en al als de Nijl, en daalt als de stroom van Egypte--6 die in den hemel zijn opperzaal gebouwd, over de aarde zijn gebint gegrondvest heeft, die de wateren der zee roept, en ze uitgiet over de oppervlakte der aarde; Heer is zijn naam.7 Zijt gij mij niet even weinig waard als de Ethiopiers, o zonen Israels? spreekt de Heer. Heb ik niet Israel uit Egypte opgevoerd, de Filistijnen uit Kaftor en de Arameers uit Kir?8 Zie, mijn ogen, spreekt de Heer, zijn tegen dit zondig koninkrijk gericht, en ik zal het verdelgen van den aardbodem. Edoch, ik zal het huis Jakob niet geheel verdelgen, spreekt de Heer.9 Want zie, al beveel ik dat het huis Israel onder alle volken geschud worde, zoals met een zeef geschud wordt, toch zal geen korrel ter aarde vallen;10 alle zondaars mijns volks zullen door het zwaard sterven, zij die zeggen: Het kwaad zal ons niet genaken noch tot ons komen.

11 Te dien dage zal ik de gevallen tent van David weer oprichten, haar breuken herstellen, haar ingestorte delen weer oprichten, haar opbouwen, als in den ouden tijd;12 opdat zij het overschot van Edom en van alle volken waarover mijn naam is uitgeroepen in bezit nemen, spreekt de Heer, die dit doen zal.13 Zie, de dagen komen, spreekt de Heer, dat de ploeger de hand reikt aan den maaier, de druiventreder aan den drager van het zaaikoorn, de bergen van druivennat overvloeien, alle heuvelen wegsmelten.14 Dan zal ik het lot van mijn volk Israel wenden: zij zullen de verwoeste steden herbouwen en bewonen, wijngaarden planten en den wijn er van drinken, tuinen aanleggen en de vruchten er van eten;15 ik zal hen planten op hun bodem, en zij zullen nooit meer weggerukt worden van den grond dien ik hun gegeven heb; spreekt de Heer, uw god.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile