Lectionary Calendar
Saturday, May 18th, 2024
Eve of Pentacost
Attention!
We are taking food to Ukrainians still living near the front lines. You can help by getting your church involved.
Click to donate today!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Spreuken 27

1 Beroem u niet op den dag van morgen; want gij weet niet, wat de dag baren zal.

2 Roeme u een ander, niet uw eigen mond, een vreemde, niet uw eigen lippen.

3 Zwaar is een steen, wichtig het zand, maar het humeur van een zot is zwaarder dan die beide.4 Wreed is de gramschap, overstelpend de toorn, maar wie houdt stand voor de ijverzucht?

5 Beter onverbloemde terechtwijzing dan liefde die zich schuilhoudt.6 Betrouwbaar zijn de wonden die een vriend slaat, verraderlijk de kussen van een vijand.

7 Een verzadigde vertreedt honingzeem, een hongerige--al het bittere is zoet.

8 Als een vogel die ver van zijn nest rondvliegt, zo is een man die ver van zijn woonplaats omzwerft.

9 Olie en reukwerk verheugen het hart, maar het zoete der boosheid krenkt de ziel.10 Verzaak uw vriend noch dien uws vaders, maar betreed het huis van uw broeder niet wanneer gijzelf te gronde gaat. Beter een buurman die dichtbij dan een broeder die verweg is.

11 Wees wijs, mijn zoon, en verblijd mijn hart; opdat ik hem die mij hoont te woord sta.

12 Een schrander mens ziet het onheil en bergt zich, maar de onnozelen lopen door en moeten boeten.

13 Haal zijn kleed weg, want hij stond borg voor een ander, neem hem te pand voor vreemden.

14 Wie zijn naaste 's morgens vroeg luidkeels zegent, hem wordt dit als een vloek aangerekend.

15 Een gestadig druppend lek op een slagregendag en een kijfachtige vrouw gelijken op elkaar;16 wie haar opsluit sluit den wind op, en zijn rechterhand ontmoet olie.

17 Ijzer scherpt ijzer, zo scherpt de ene mens den anderen.

18 Wie op een vijgeboom past zal er de vruchten van eten, wie voor zijn heer zorgt wordt geeerd.

19 Zoveel het ene gelaat op het andere gelijkt, zoveel het hart van den enen mens op dat van een ander.

20 Dodenrijk en hel worden niet verzadigd; evenmin worden des mensen ogen verzadigd.

21 De smeltkroes is voor het zilver, de oven voor het goud, en de mens geldt naar men hem prijst.

22 Al stampt gij den zot in een vijzel, tussen de gerstekorrels met een stamper, zijn zotheid zal van hem niet wijken.

23 Let goed op het voorkomen uwer schapen, zet uw hart op de kudden;24 want welvaart is niet duurzaam; blijft zelfs een kroon van geslacht tot geslacht?25 Als het gras verdwenen is, het groen zich vertoont, en de kruiden der bergen worden ingezameld,26 dan hebt gij lammeren tot kleding, bokken tot koopprijs van een akker,27 geitenmelk genoeg tot voedsel voor u en uw huis, en levensonderhoud voor uw slavinnen.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile